Gemeenteraad Onzeker over je werk, en toch al politieke ambities? In veel gemeenten zitten partijen te springen om nieuwe raadsleden.
Het was vooral uit nieuwsgierigheid dat Julia Kleinrensink (27) drie jaar geleden reageerde op een oproep van GroenLinks om kandidaten voor de Utrechtse gemeenteraad. Tijdens haar studie sociale wetenschappen was ze lid geworden van de partij, en ze was benieuwd naar het politieke handwerk. In maart 2018 werd ze gemeenteraadslid.
Het kwam niet echt uit de lucht vallen. Op school zat Kleinrensink in de leerlingenraad en het debatteam, later werd ze actief in de studentenvakbond. „Achteraf lijkt het misschien logisch dat ik in de gemeentepolitiek belandde”, zegt ze. „Maar het is toevallig zo gelopen. Al wist ik altijd wel dat ik wilde opkomen voor groepen die het moeilijk hebben.”
Als je in coronatijd niet zo zeker meer bent van werk en sluimerende politieke ambities koestert, is het een idee gemeenteraadslid te worden. Kan dat zomaar? Volgens experts wel. „Je hoeft bij wijze van spreken je vinger maar op te steken, of je staat al op de lijst”, zegt Anne Graumans, projectleider van Kennispunt Lokale Politieke Partijen. Vooral in kleinere gemeenten hebben partijen moeite genoeg mensen te vinden. Bij de vorige raadsverkiezingen lieten in Hardinxveld-Giessendam lokale afdelingen van VVD en PvdA verstek gaan bij gebrek aan kandidaten. En in Waalwijk stapte dit jaar een fractielid van D66 op wiens zetel leeg bleef.
Dertig uur per week
Waarom er weinig animo is? Om te beginnen kost een raadslidmaatschap veel tijd. Volgens John Bijl van het Periklesinstituut, dat gemeenteraden en politici traint, ben je er in grote steden zo dertig uur per week aan kwijt. In wat kleinere gemeenten schat hij dat op ongeveer twintig uur. Er circuleren ook lagere inschattingen, maar de combinatie met een fulltimebaan lijkt zwaar. Raadslid Kleinrensink heeft daarom een baan van twintig uur per week bij de regionale bibliotheek, waar zij projecten leidt tegen laaggeletterdheid.
Lees ook: Raadsleden zijn nauwelijks te vinden
Het imago speelt ook mee: lange vergaderingen die tot weinig leiden. En als er iets fout gaat, komt het meteen in de krant. „Mensen hebben vaak geen zin in het gedoe”, zegt Bijl. Daarnaast houdt de vergoeding mensen tegen. Die loopt op naarmate de gemeente groter is, van minimaal 990,55 euro per maand voor gemeenten tot 40.000 inwoners, zoals Sittard en Goes, tot 2.427,48 euro voor Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Bruto.
Vooral aan jongeren en vrouwen is een groot tekort, volgens Graumans. De gemiddelde leeftijd van een raadslid is 51 jaar, en ongeveer driekwart is man. „Als je dertiger of veertiger bent en vrouw, zit je zéker goed.” Ook mensen uit het bedrijfsleven zijn gewild. Zzp’ers, pensionado’s en ambtenaren zijn oververtegenwoordigd in de gemeentepolitiek. Logisch, zegt Bijl. „Zij hebben meer tijd. Zo krijgen ambtenaren voor raadswerk politiek verlof: ze mogen vier jaar in deeltijd gaan werken en daarna terugkomen.”
Van de raadsleden van landelijke partijen is ongeveer driekwart hoger opgeleid, bij lokale partijen ligt dat wat lager. Gangbare studies zijn volgens Bijl rechten, journalistiek en bestuurskunde, maar zo’n achtergrond is geen must. Bijl: „Het is natuurlijk wel handig als je door je werk al gewend bent aan vergaderen, gestructureerd denken en argumenten aanvoeren. Maar een automonteur kan net zo geschikt zijn als een advocaat. Wat je doet, is minder belangrijk dan of je er een type voor bent.”
Er is carrièreperspectief: raadsleden worden soms bijvoorbeeld wethouder
Ook helpt het volgens Anne Graumans als je veel mensen kent en je lokaal ergens voor hebt ingezet. Dat kan de buurtvereniging of de voetbalclub zijn, zegt Bahreddine Belhaj (37). Hij is PvdA-raadslid in Lelystad en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. „Iedereen kan raadslid worden”, zegt hij stellig. Hij werd op zijn 23ste benaderd door iemand van het lokale partijbestuur in Lelystad. Hij was net lid van de partij, maar al wel actief in allerlei besturen, zoals het regiobestuur van het Rode Kruis en van Unicef.
Zijn maatschappelijke betrokkenheid begon op zijn 12de in het buurthuis, als vertegenwoordiger van Nederlandse jongeren van Marokkaanse afkomst. Elke week zat hij aan tafel met de wethouder en de commissaris van politie. Hij pleitte er voor verlichting in het park, omdat buurmeisjes hem hadden verteld zich daar niet veilig te voelen. „Die verlichting kwam er. Op dat moment realiseerde ik me: je kunt echt iets veranderen in de wereld.”
Lees ook dit verhaal over hoe gemeenteraden omgaan met corona: De raad vergadert in het museum
Hartstochtelijk oneens
Het allerlastigste voor een raadslid, zegt trainer Bijl, is dat je moet samenwerken met mensen met wie je het hartstochtelijk oneens bent. „Je moet flexibel van geest zijn, echt willen luisteren naar je opponenten. Alleen je eigen stokpaardjes berijden en het verkiezingsprogramma uitleggen is niet genoeg.” Verder moet je volgens Bijl lol hebben in debatteren en durven spreken voor een groep.
Waar je, afgezien van avond aan avond vergaderen, ook tegen moet kunnen is de zichtbaarheid als raadslid, inclusief scheldpartijen op social media. Volgens Bijl ervaart een derde van de raadsleden wel eens agressie of zelfs bedreiging.
De algemene zaak moet je echt ter harte gaan, vindt Belhaj. Het raadslidmaatschap als (bij)baantje zien, werkt niet. „Je moet zóveel lezen en vergaderen. Tot in de late uurtjes zit ik met wijkraden te bellen. Ik krijg energie van die discussies. Maar als je die gedrevenheid mist, wordt het een heel zwaar traject.”
Baantjesjagers komt trainer Bijl in de gemeenteraden die hij begeleidt dan ook zelden tegen. Wel is er carrièreperspectief: raadsleden kunnen doorstromen naar een wethouderschap of de landelijke politiek.
Of het raadslidmaatschap iets voor je is, valt uit te zoeken. Drink een kop koffie met een raadslid, meld je aan voor ‘Gast van de raad’, een informatief programma dat sommige gemeenten organiseren voorafgaand aan de raadsvergadering. Volg de korte cursus ‘Politiek actief’ bij de raad, bezoek lokale ledenvergaderingen van je partij, woon een raadsvergadering bij. Die zijn meestal ook terug te kijken op de gemeentelijke website.
Om een beeld te krijgen van besluitvorming zijn volgens Bijl vooral voorbereidende vergaderingen van deelcommissies interessant. „Zoek wel een onderwerp uit dat je boeit”, adviseert Kleinrensink. „Anders schrikt het jargon je misschien af. Dat zou zonde zijn.”